Kan ik bezwaar maken tegen de huurverhoging?

Of en hoe er bezwaar gemaakt kan worden tegen de huurverhoging hangt af van de met de huurder gesloten huurovereenkomst.

Garages en parkeerplaatsen

Door ondertekening van de huurovereenkomst heeft de huurder ingestemd met de daarin opgenomen wijze van jaarlijkse huurverhoging. Er hoeft niet eerst een voorstel gedaan te worden aan de huurder, zoals bij een woning. Wij sturen overigens wel altijd een huurverhogingsbrief ter kennisgeving. Voor garages en parkeerplaatsen geldt geen maximale huurverhoging. Zolang de verhuurder de juiste huurverhoging doorvoert kan er geen bezwaar worden gemaakt tegen de nieuwe huurprijs.

Geliberaliseerde woningen

Een huurovereenkomst is geliberaliseerd als bij aanvang van de huurovereenkomst de huur boven de liberalisatiegrens lag. Huurovereenkomsten met een ingangsdatum van vóór 01-07-1989 zijn ten alle tijden gereguleerd en dus nooit geliberaliseerd. Onderhoudsgebreken, inkomensdaling of overlast zijn geen redenen om bezwaar te kunnen maken tegen de jaarlijkse huurverhoging. Er kan alleen bij de verhuurder bezwaar gemaakt worden, als de voorgestelde huurverhoging meer is dan maximaal is toegestaan door de Overheid. Denkt u dat de huur niet op de juiste wijze is verhoogd neemt u dan eerst contact op met afdeling Verhuur via Mijn Newomij of ons mailadres verhuur@newomij.nl voor een nadere toelichting. Indien u denkt dat er toch meer verhoogt is dan is toegestaan, dan dient u als huurder vóór 1 november van hetzelfde jaar bezwaar te maken bij de Huurcommissie. Krijgt de verhuurder gelijk dan betaalt de huurder € 25,00 aan de Huurcommissie. Voor meer informatie kunt u ook terecht op de volgende websites van de Rijksoverheid en de Huurcommissie:

Gereguleerde woningen

Een huurovereenkomst is gereguleerd als bij aanvang van de huurovereenkomst de huur op of onder de destijds geldende liberalisatiegrens lag. Huurovereenkomsten met een ingangsdatum van vóór 01-07-1989 zijn ten alle tijden gereguleerd. Onderhoudsgebreken, inkomensdaling of overlast zijn geen redenen om bezwaar te kunnen maken tegen de jaarlijkse huurverhoging. De eigenaar mag bij de Belastingdienst de inkomenscategorie opvragen waarin het huishoudinkomen van de huurder valt onder bepaalde voorwaarden. Zo moet er meer ruimte tussen de huidige huur en de maximaal redelijke huur op basis van de puntentelling zijn dan het door de overheid vastgestelde percentage. De huurder krijgt hiervan een melding via de Belastingdienst. Het feit dat dit wordt opgevraagd, betekent niet dat een huurder ook daadwerkelijk een inkomensafhankelijke huurverhoging gaat krijgen, de meeste huurders vallen namelijk in categorie N (Laag inkomen).

Er kan bij de verhuurder bezwaar gemaakt worden als bijvoorbeeld de huurverhoging hoger is dan de maximaal toegestane huurverhoging of de huurprijs boven de maximale huur volgens het puntensysteem ligt. Het bezwaar moet door de huurder vóór 1 juli van hetzelfde jaar schriftelijk zijn ingediend bij de verhuurder. Bij een inkomensafhankelijke huurverhoging kan de huurder bezwaar maken als het gezinsinkomen minder is geworden en hierdoor in een andere categorie valt of als 1 van de bewoners gehandicapt of chronisch ziek is. De inkomenscategorie waarin een huurder valt volgens de Belastingdienst, betreft het vastgestelde huishoudinkomen van 2 jaar terug (in 2023 wordt bijvoorbeeld gekeken naar 2021). Omdat de bewijslast bij de huurder ligt moet de huurder bij bezwaar de volgende stukken aanleveren:

  • Een uittreksel Basisregistratie personen waarop alle bewoners staan vermeld (op te vragen bij de gemeente)
  • Inkomensverklaring van afgelopen jaar van alle huidige bewoners. U kunt dit opvragen bij de Belastingdienst door in te loggen in Mijn Belastingdienst > Mijn gegevens >  Inkomensverklaring opvragen en geregistreerd inkomen bekijken. Onder het inkomen van vorig jaar, klik je op “Inkomensverklaring opvragen”.

Indien de inkomensgegevens van vorig jaar nog niet beschikbaar zijn bij de Belastingdienst dan zal de verhuurder aangeven welke documenten aangeleverd moeten worden. Ook dit bezwaar moet vóór 1 juli van hetzelfde jaar schriftelijk zijn ingediend bij de verhuurder.

Heeft de huurder een bezwaarschrift vóór 1 juli ingediend bij de verhuurder en wil de verhuurder de verhoging toch doorzetten, dan moet de verhuurder een uitspraak van de Huurcommissie vragen uiterlijk 6 weken na de voorgestelde ingangsdatum van 1 juli. Krijgt de verhuurder gelijk dan betaalt de huurder € 25,00 aan de Huurcommissie. Wordt de huurverhoging niet betaald en is er geen bezwaar gemaakt, dan moet de verhuurder een aangetekende herinneringsbrief sturen vóór 1 oktober (dus binnen 3 maanden na de datum van huurverhoging).  Is de huurder het nog niet eens met de huurverhoging dan moet de huurder vóór 1 november een uitspraak van de Huurcommissie vragen. De huurder moet de oude huur wel gewoon blijven betalen.

Voor meer informatie kunt u ook terecht op de volgende websites van de Rijksoverheid en de Huurcommissie: